Elektromagnetische stroommeter is een gebruikelijke industriële stroommetingsapparatuur en de installatievereisten zijn streng,die rechtstreeks verband houdt met de nauwkeurigheid en langetermijnstabiliteit van de metingHieronder volgt een gedetailleerde beschrijving van de installatievereisten van de elektromagnetische stroommeter.de redenen en problemen die kunnen ontstaan als de installatievoorschriften niet worden nageleefd;.
1. Installatievereisten voor elektromagnetische stroommeters
1.1 Voorschriften inzake de locatie van de buizen
• Lange rechte buizen:
• Het recht ruimtetoepassingsgedeelte moet in het algemeen ≥ 5 maal de diameter van de buis (D) zijn en het recht ruimtetoepassingsgedeelte moet ≥ 3 maal de diameter van de buis (D) zijn.
Niet aan de installatievoorschriften van de installatie stroomafwaarts is voldaan De stroomafwaartse installatie voldoet niet aan de installatievereisten en wordt samen met de regulator geïnstalleerd
• Vermijd plaatsen met hoge trillingen:
• Installeer in gebieden met een lage trilling van leidingen of apparatuur.
• Vermijd sterke magnetische veldinterferentie:
• Bewaar uit de buurt van sterke elektromagnetische interferentiebronnen zoals grote motoren, frequentieomzetters en kabels.
1.2 Vloeistof vult de pijp
• Installatiepositie om ervoor te zorgen dat de vloeistof de pijp vult:
• De horizontale leidinginstallatie van de stroommeter wordt gewoonlijk in het onderste deel van de leiding gekozen, er is een hoogteverschil bij de uitlaat,en de verticale leidinginstallatie naar boven stroomt om gas- of lege leidingsverschijnselen in de leiding tijdens de meting te voorkomen.
De meterzender is horizontaal geïnstalleerd, de oorspronkelijke linker- en rechterverdeling van de elektrode wordt de bovenste en onderste verdeling,de bovenste elektrode is gemakkelijk te beïnvloeden door bubbels, en de onderste elektrode kan worden versleten door onzuiverheden in het medium.
1.3 Voorwaarden voor de grondslag
• Een goede basis:
• De grondweerstand van de stroommeter moet meestal minder dan 10 ohm zijn en moet apart worden geaard om te voorkomen dat het grondpunt met andere apparatuur wordt gedeeld.
1.5 Vochtomstandigheden
• Vermijd sterke wervelingen of turbulente stromen in de pijpleiding:
• Zorg ervoor dat de vloeistof gelijkmatig bij de sensor stroomt.
Niet-naleving van de installatievoorschriften kan tot onstabiele media-stroom leiden
De verbindingsbak is onderaan, en er kan een risico op waterinlaat na langdurig gebruik zijn
2. Redenen voor de installatie volgens deze voorschriften
2.1 Zorg voor de nauwkeurigheid van de metingen
• Het werkingsprincipe van de elektromagnetische stroommeter is gebaseerd op de wet van Faraday van de elektromagnetische inductie, die vereist dat een vloeistof door een magnetisch veld stroomt om een geïnduceerde spanning te genereren.Daarom, is een uniforme verdeling van de vloeistofsnelheid essentieel.
• Onvoldoende rechte buissegmenten kunnen turbulentie of vertekening in de vloeistofstroom veroorzaken, die rechtstreeks van invloed zijn op de stabiliteit van de geïnduceerde spanning en tot onnauwkeurige metingen leiden.
2.2 Vermijd interferentie
• Sterke elektromagnetische velden en een slechte aarding kunnen interferentiesignalen veroorzaken, zodat de sensor de zwakke geïnduceerde spanning niet nauwkeurig kan waarnemen,die van invloed zijn op de stabiliteit en nauwkeurigheid van het apparaat
2.3 Zorg voor de levensduur van het apparaat
Bubbels, deeltjes en trillingen in de vloeistof kunnen de elektroden schokken of storen, waardoor de levensduur van de sensor wordt beïnvloed.
3- Gevolgen van niet-naleving van de installatievoorschriften
3.1 Meetfout
• Geen rechte pijpleiding:
• Verstoring van de vloeistofstroom voor- of achteraf, door elektromagnetische stroomafmeters veroorzaakte spanningsschommelingen, meetresultaten afwijken van de werkelijke waarde.
• De buis wordt niet gevuld met vloeistof:
• De vloeistof bedekt de elektrode niet volledig en het meetsignaal is vervormd of zelfs niet te meten.
• Sterke trillingen of interferentie van bubbels:
• Het uitgangssignaal is onstabiel en de gegevens fluctueren sterk.
3.2 Fouten van het apparaat
• Slechte aanleg:
• Externe elektromagnetische interferentie in het stroommetercircuit kan leiden tot valse alarmen of beschadiging van de meter.
• Onjuiste plaats van de installatie:
• Langdurige bubbelschokken of deeltjesophopingen kunnen de elektrode slijten en de onderhoudskosten verhogen.
3.3 Onderbreking van de werking
• Een storing van de stroommeter kan leiden tot een stilstand van het productieproces of tot instabiliteit in het proces.
4Conclusies
De installatievereisten van de elektromagnetische stroommeter worden bepaald door het meetprincipe en de werkingskenmerken ervan.
1. Zorg voor de nauwkeurigheid van de metingen;
2. Verbeteren van de operationele stabiliteit;
3Verleng de levensduur van het apparaat.
Een gedrag dat niet op de vereiste wijze wordt geïnstalleerd, kan leiden tot afwijking van de meetgegevens of zelfs tot storing van de apparatuur, waardoor risico's voor het productieproces ontstaan.de installatie moet de omstandigheden op de locatie zorgvuldig evalueren en de specificaties strikt naleven.
Dank u wel.